PV-parken
Laatst gewijzigd op:
Dit overzicht is onderdeel van een groter overzicht van de effecten van zeven duurzame energietechnologieën in de energietransitie en de effecten daarvan op de biodiversiteit. In het menu hiernaast kunt u doorklikken naar de toelichting op de hoofdpagina en andere technologieën.
In Nederland zijn PV-dakinstallaties dominant, maar het marktaandeel van PV-parken groeit. Voor Nederland wordt het potentieel van PV in zijn totaliteit op ~ 100–200 GW geschat, waarbij zonneparken – afhankelijk van maatschappelijke/politieke keuzes – een aandeel van rond de 10% zal voorstellen. Bij PV-parken gaat het om grote grondgebonden PV-installaties van in ieder geval tientallen MW vermogen. Voor deze grote installaties zijn dan ook aanzienlijke landoppervlakken nodig, die al snel in de ordegrootte van enkele km2 terecht kunnen komen. Dit kan implicaties voor de biodiversiteit met zich meebrengen.
Impact PV-parken op biodiversiteit
Productie
- De winning van grondstoffen waaronder aluminium, staal, koper, silicium en zilver en de fabricage van materialen leidt over het algemeen tot (verandering in) landgebruik door mijnbouw en verwerkingsfabrieken.
- Afhankelijk van de energiebron kan het energiegebruik voor de winning van grondstoffen en fabricage leiden tot CO2-emissies.
- De silicium verwerking (zuivering en productie van wafers) is de belangrijkste bron van broeikasgasemissies in de complete productieketen van grondgebonden PV-systemen.
De winning van grondstoffen en het fabricageproces kunnen leiden tot emissies naar lucht, bodem en water.
Constructie
- Infrastructuur en bouwactiviteiten voor de constructie en transport van energietechnologieën vergen een bepaalde mate van landgebruik.
Afhankelijk van de energiebron kan het energiegebruik voor transport en constructie leiden tot CO2-emissies.
Afhankelijk van de energiebron kan het energiegebruik voor transport en constructie leiden tot emissies naar lucht, bodem en water.
Gebruik
Een PV-park legt gedurende de gebruiksfase beslag op het landoppervlak en kan verandering, verlies of fragmentatie van habitats veroorzaken. Het kan een negatieve impact hebben op de bodembiodiversiteit door de verminderde lichtinval, veranderde neerslagverdeling, verlaging van de gemiddelde bodemtemperatuur, bodemverdichting en vervuiling.
Door de productie van emissie-vrije elektriciteit in de gebruiksfase biedt PV een effectieve (deel-)oplossing voor het probleem van klimaatverandering.
- De verzinkte staaldragers in grondgebonden PV-systemen kunnen mogelijk leiden tot uitloging van zink naar de bodem.
Einde levensduur
Opslag van afval en fabrieken voor verwerking en terugwinning nemen over het algemeen land in beslag.
- Afhankelijk van het verwerkingsproces en de energiebron kan de inzameling, verwerking en recycling leiden tot CO2-emissies.
- Afhankelijk van het verwerkingsproces en van de energiebron en kan de inzameling, verwerking en recycling van de technologie leiden tot emissies naar lucht, bodem en water.
- Bij recycling van PV systemen met pyrolysetechnieken kunnen bijvoorbeeld waterstoffluoride emissies ontstaan (vanuit de fluorhoudende backsheets van PV panelen). Ook is er een risico op uitloging op de stortplaats naar de bodem van lood (in minieme hoeveelheden aanwezig in de elektrische contact patronen in PV panelen).
Samenvatting
Alle levenscyclusfasen van PV-parken kunnen in meerdere of mindere mate bedreigingen voor de biodiversiteit veroorzaken. De huidige stand van kennis suggereert dat de productiefase en de gebruiksfase in die context het belangrijkste zijn. Wat betreft de productiefase kan verondersteld worden dat de betreffende risico’s vanuit de mijnbouw en de fabrieken vooral buiten Nederland ontstaan, aangezien Nederland in de mondiale markt van PV-productie geen significante rol speelt.
De risico’s in de gebruiksfase, die voortkomen uit de beslaglegging en verandering van aanzienlijke landoppervlakken, spelen zich volledig in Nederland af. Daarom is de gebruiksfase in het kader van nationale beleidsperspectieven bijzonder van belang. Een van de belangrijke aspecten in biodiversiteitsvriendelijke configuraties is dat er voldoende licht en water op de bodem terecht blijft komen en dat er deskundig beheer wordt toegepast. Recent onderzoek toont aan dat door zogeheten natuur-inclusieve configuraties van PV-parken de risico’s voor de biodiversiteit in de gebruiksfase geminimaliseerd kunnen worden. Ten opzichte van gebruik als landbouwgrond kan dit een verbetering voor de biodiversiteit betekenen. In andere gevallen moet ervan worden uitgegaan dat de aanleg van een PV-park doorgaans een achteruitgang in biodiversiteit betekent.
Vervolgonderzoek PV-parken en biodiversiteit
Een aantal onderwerpen waar verder onderzoek naar kan worden gedaan:
- Praktijkresultaten over de impact van PV-parken op biodiversiteit, zodat statistisch meer betrouwbare kennis ontstaat.
- Verdieping van het onderzoek naar oplossingen voor natuur-inclusieve configuraties.
- Recycling van PV-panelen.