Er zijn drie varianten voor waterstofgebruik in de industrie geanalyseerd, gebaseerd op de bestaande situatie en industrieplannen voor nieuwe toepassingen. Er is ook rekening gehouden met de RFNBO-verplichting voor de transportsector, omdat de productie van RFNBO voor de transportsector ook via de industrie gaat. Lees hier het specifieke onderzoek van de RFNBO-verplichting voor de transportsector.
Hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO) voor transport
Het wordt voor Nederland een uitdaging om in 2030 de benodigde RFNBO-doelstelling te realiseren. Enerzijds heeft dit te maken met de beschikbaarheid van groene waterstof en andere RFNBO (productiecapaciteit in Nederland en importmogelijkheden) en anderzijds met de kosten. Het behalen van de doelstelling in 2030 wordt nog uitdagender als de inzet van waterstof als gevolg van het koolstofvrij maken van methaanrijke restgassen van olieraffinage en verwerking van olieproducten moet worden meegenomen in de doelstelling voor RFNBO. Hetzelfde geldt als andere plannen van de industrie voor grootschalige productie en toepassing van koolstofarme waterstof uit aardgas (reforming in combinatie met CO2-afvang en -opslag (CCS)) gerealiseerd zouden worden.
CO₂-opslag en -hergebruik
Beschikbaarheid, investeringen en tijd
De CCS-plannen voor de huidige waterstofproductie en vervanging van het huidige waterstofgebruik door op elektrolyse gebaseerde hernieuwbare waterstof kunnen een negatieve invloed op elkaar hebben, terwijl beide nodig kunnen zijn om de doelstellingen voor decarbonisatie te realiseren. Los van de uitdaging als het gaat om de beschikbaarheid RFNBO, zijn er waarschijnlijk extra investeringen nodig voor het aanpassen van industriële processen om aan de beoogde verplichting te voldoen. Ten slotte lijken de tijdlijnen voor projectontwikkeling, het verkrijgen van vergunningen, het nemen van financiële investeringsbeslissingen, projectrealisatie en ingebruikname zodanig dat het behalen van de doelen voor 2030 nu al krap wordt. De productie van groene waterstof moet snel op gang komen, nog voordat duidelijk is wat de doelen voor 2030 precies zijn.
Wat is er nodig?
Om de haalbaarheid van de RFNBO-verplichting te vergroten, moet ernaar worden gestreefd om het gebruik van waterstof uit projecten voor het koolstofarm maken van restgassen uit te sluiten van de basis voor de verplichting. Deze gassen worden namelijk onvermijdelijk geproduceerd en kunnen niet efficiënt op een andere manier koolstofvrij worden gemaakt. Ook moet worden nagedacht over de wenselijkheid van nieuwe projecten voor de productie en toepassing van koolstofarme waterstof op basis van aardgas in de industrie. Het spanningsveld dat kan ontstaan tussen CCS-projecten in de waterstofproductie en groene waterstofprojecten moet nader worden onderzocht, evenals eventuele extra investeringen voor procesaanpassing die nodig kunnen zijn om de RFNBO-doelstelling te halen. Tot slot moet er voldoende financiële ondersteuning worden geregeld om snel te kunnen starten met de productie van groene waterstof voordat alle beleidskaders zijn vastgesteld en duidelijk is wat de precieze doelen voor 2030 zullen zijn.