Regionale en lokale energietransitie
Laatst gewijzigd op:
De regionale invulling van het energie- en klimaatbeleid vraagt om haalbare plannen. De verschillen tussen de energieregio’s leiden tot verschillende invullingen van de regionale doelstellingen voor hernieuwbare elektriciteit. Ruimtelijke aspecten spelen een grote rol bij de besluitvorming over de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Bij de verduurzaming van gebouwen moet rekening worden gehouden met lokale variatie, terwijl de elektrificatie van transport en warmtevoorziening grote invloed heeft op de inrichting van het lokale energiesysteem. Een integrale aanpak van de regionale energietransitie voorkomt onnodige vertraging. Systeemdenken is de basis voor een oplossing.
Nationale klimaatambities worden mede bepaald door Europees beleid en regelgeving (Parijs, Fit for 55
Hoe verder we inzoomen op regionaal en lokaal niveau, hoe concreter de vragen worden. Ambities moeten op dit niveau vertaald worden naar één of meerdere mogelijkheden voor implementatie. Directe belanghebbenden zijn daarbij betrokken: lokale overheden, netbeheerders, lokale energiebedrijven en de (klein)verbruiker. Vragen die hierbij van belang zijn, gaan onder andere over haalbaarheid (financieel, technisch, sociaal, juridisch en ruimtelijk) en de economische haalbaarheid.
Ruimtelijk gezien spelen vragen over de locatie of het gebied waar de fysieke onderdelen moeten komen, bijvoorbeeld voor de opwek van energie in de vorm van wind en zon. Ruimte is een schaars goed en dat zorgt al snel voor een complexe interactie tussen ruimtelijke ordening, energie-infrastructuren en aangesloten partijen. Omdat een regio altijd een onderdeel is van een groter systeem bestaan er bovendien afhankelijkheden. Een integrale benadering van het vraagstuk is daarom extra belangrijk. Besluitvorming over de implementatie van de energietransitie
In het klimaatakkoord
Elke regio heeft zijn eigen kenmerken en daarmee is de invulling van wind en zon ook verschillend. Zowel in economische zin als in verband met systeeminpassing en ruimtelijke en landschappelijke inpassing is het niet optimaal om elke regio generieke doelen op te leggen, zoals bijvoorbeeld een percentage hernieuwbaar voor het regionaal elektriciteitsverbruik, klimaatneutraliteit of energieneutraliteit. Het Klimaatakkoord hanteert dan ook geen vaste doelen per regio, maar ook geen geoptimaliseerde verdeling.
De meeste regio’s kiezen voor een relatief groot aandeel zon vanwege de landschappelijke effecten. Windmolens zijn onder de bevolking (nog) minder populair dan zonneparken
Nog niet zo heel lang geleden was er niet veel discussie over het energiesysteem
De beschikbaarheid van fysieke ruimte en de daarmee gepaard gaande landschappelijke kwaliteit vormt nu een belangrijk aspect van besluitvorming. De verschillende niveaus van besluitvorming spelen ook nog mee. Bijvoorbeeld: besluitvorming over de verdeling van wind (en zon) in de regio’s is onderdeel van de regionale energiestrategieën (RES 1.0). Voor delen van het energiesysteem die van nationaal belang zijn geldt de Rijkscoördinatieregeling, zoals bijvoorbeeld voor windparken van meer dan 100MW. Het programma energie hoofdinfrastructuren (PEH, ministerie van Economische Zaken en Klimaat) verkent welke onderdelen onder deze regeling vallen en is het instrument voor de ruimtelijke ordening op nationale schaal. En dat heeft ook weer zijn invloed op de regionale schaal.
Naast het doel uit het Klimaatakkoord
Bij verwarming van gebouwen is de variatie nog fijnmaziger dan bij de opwekking van hernieuwbare elektriciteit; voor verwarming kunnen de beste oplossingen per wijk en zelfs per gebouw verschillen. Er zijn veel opties voor de verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen die elk geschikt zijn in bepaalde omstandigheden. Nabij restwarmtebronnen lijken hoge–temperatuur warmtenetten geschikt voor oudere wijken met hoge isolatiekosten, al zal dat op termijn verduurzaming van de warmtelevering vragen met bijvoorbeeld biomassaketels of warmte-krachtkoppeling (WKK) geschikt voor gas en biobrandstoffen. Voor nieuwbouw en goed te isoleren wijken kan elektrificatie
De gemeenten spelen een belangrijke rol in de verduurzaming van woningen door bewoners bij het proces te betrekken. Door het voornemen om het gebruik van aardgas af te bouwen en de plannen in het Klimaatakkoord
Deze opgave vergt een zorgvuldige aanpak. De kosten zijn een belangrijk punt, net als het “gedoe” dat komt kijken bij de werkzaamheden die nodig zijn om van het aardgas af te komen. Het betrekken van de bewoners bij het proces kan helpen bij de acceptatie van de noodzakelijke veranderingen. Gegeven het belang van lokale inpassing en draagvlak is deze coördinatie in de warmtetransitie aan de gemeenten toebedeeld. Lees hier meer over bij het thema participatie. Voor concrete invulling, zie ook de tools over dit onderwerp. Buurtwarmtewijzer
Om de klimaatdoelstellingen
Elektrificatie van auto’s en verwarming bieden een alternatief voor brandstof en gas, wat allemaal ten laste komt van het elektriciteitssysteem. Hierdoor kan schaarste ontstaan op het netwerk, wat betekent dat uitbreidingen nodig zijn. Dit probleem is al urgent, de elektrificatie
Een sectorale aanpak met separate plannen voor de gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie en de energiesector lopen het risico besluitvorming in de weg te staan. De grootste gemene deler is dat ze allemaal gebruikers zijn van het energiesysteem
Naast economische, sociale en technische overwegingen is de impact op de ruimte een belangrijke overweging. Ruimte is schaars en niet alleen bedoeld voor ons energiesysteem. Overwegingen en afwegingen vinden op alle schalen plaats in Nederland. Het is belangrijk dat besluitvormingsprocessen in verschillende sectoren en over verschillende bestuurlijke schalen beter op elkaar afgestemd worden. Dit leidt tot een efficiëntere inrichting van het energiesysteem en voorkomt onnodige vertraging in de energietransitie