Op weg naar kostengebaseerde tarieven voor warmtenetten
Referentiemodel met handleiding voor kostengebaseerde warmtetarieven
Op termijn wil men in Nederland af van de koppeling tussen de warmtetarieven en de gasprijs en overstappen op kostengebaseerde tarieven. Door het ontbreken van concurrentie, is het nodig afspraken te maken om tot een eerlijke prijs te komen. Onder andere in het buitenland is hier al ervaring mee. TNO maakte op basis van deze kennis een referentiemodel voor kostengebaseerde tarieven voor het warmtenet.
Downloads
Handleiding referentiemodel kostengebaseerde tarieven (PDF) TNO referentiemodel kostengebaseerde tarieven (Excel)Hoe werken kostengebaseerde tarieven?
Bij kostengebaseerde tarieven worden de prijzen gebaseerd op de totale kosten van de voorziening. Consumenten betalen voor de kosten, met eventueel een redelijk rendement voor het geïnvesteerde vermogen, en niet meer dan dat. Kostengebaseerde tarieven worden vaak gehanteerd bij diensten van algemeen nut, omdat er geen concurrentie is bij de voorziening. Zonder concurrentie is er geen druk om de tarieven laag te houden, waardoor ze onnodig hoog kunnen worden, zeker als de ondernemingen een winstdoel hebben.
Componenten kostengebaseerde tarieven warmtenet
In de tarieven zitten de volgende componenten:
- De OPEX (alle operationele kosten)
- De afschrijvingen op de CAPEX (de investeringskosten)
- Het rendement op het nuttig geïnvesteerd vermogen
Bij een kostengebaseerde methode wordt alleen op het nuttig geïnvesteerde vermogen eventueel rendement gevraagd. In het referentiemodel zijn deze componenten opgenomen.
Begeleidende mechanismen en toezicht
Bij kostengebaseerde tarieven kunnen hoge kosten ook doorberekend worden (de zogenaamde gouden kranen of het gold plating). Daarom zijn er begeleidende mechanismen nodig om te beoordelen of de kosten redelijk zijn. Dat kan bijvoorbeeld door (internationale) vergelijkingen van kosten.
Afnemers kunnen niet kiezen, maar zijn gebonden aan hun leverancier. Het is daarom nodig consumenten te beschermen tegen onnodig hoge tarieven. Om toezicht mogelijk te maken, zijn boekhoudregels en transparantie noodzakelijk. Door een uniforme boekhouding is het mogelijk te vergelijken tussen verschillende projecten en het draagt bij aan transparantie. Het geeft gemeenten inzicht in kosten voorafgaand aan de constructie van een systeem voor collectieve warmte, en stelt een toezichthouder in staat om de opbouw van kosten te controleren.
Referentiemodel op basis van inzichten uit het buitenland
Internationaal is er gedetailleerde informatie bekend over kosten en baten van warmtenetten, en het format waarin deze kosten dienen te worden bijgehouden (IEA, 2017; DOE, 2015). Deze inzichten zijn verwerkt in het TNO-referentiemodel warmtetarieven. Door de vergelijking van plannen en kosten, en de vastlegging van de kosten in een centrale catalogus, wordt lokaal en nationaal toezicht op warmtenetten beter mogelijk.