De weg naar duurzame mobiliteit over land, water en door de lucht
Klimaatneutrale mobiliteit in 2050
De transitie naar een klimaatneutrale mobiliteit in en vanuit Nederland vereist een grote inzet van hernieuwbare brandstoffen. Om in 2050 klimaatneutraal te rijden, varen en vliegen moet het aanbod van duurzame brandstoffen drastisch omhoog. Ook een versnelde ontwikkeling van duurzame technologie en meer energiebesparing, mede door gedragsverandering, zijn belangrijke bouwstenen in de transitie naar klimaatneutrale mobiliteit.
Downloads
Klimaatneutrale mobiliteit 2050 Klimaatneutraal wegverkeer 2050 Klimaatneutrale luchtvaart 2050 Klimaatneutrale binnenvaart 2050 Klimaatneutrale zeevaart 2050Hoe kunnen we – op basis van wat we nu weten en kunnen qua beschikbaarheid van oplossingen – in 2050 komen tot klimaatneutrale mobiliteit? Wat zijn de barrières en uitdagingen? Voor wegverkeer, de luchtvaart, de binnenvaart en de zeescheepvaart zijn twee paden geschetst naar een klimaatneutrale mobiliteit in 2050. In het ene pad ligt de nadruk op bestaande technologieën en biobrandstoffen, in het andere pad ligt de nadruk op nieuwe aandrijftechnologie en spelen synthetische brandstoffen een belangrijke rol. In beide paden is een belangrijke rol weggelegd voor verbetering van de energie-efficiëntie van het vervoer. Op basis van deze paden zijn kansen, uitdagingen en handelingsperspectieven voor Nederlandse beleidsmakers en andere betrokkenen in beeld gebracht.
Klimaatneutraal wegverkeer
In beide paden naar een klimaatneutraal wegverkeer in 2050 speelt batterij-elektrische aandrijving de hoofdrol. Dit geldt zowel voor het lichte (personen- en bestelauto’s) als voor het zware wegverkeer (vrachtauto’s en bussen). Een beperkt deel van het zware vrachtverkeer is echter zo energie-intensief dat een andere oplossing nodig is om te verduurzamen, zoals alternatieve laadtechnologieën, gebruik van andere energiedragers zoals waterstof, biobrandstoffen of e-brandstoffen of logistieke aanpassingen, waardoor ritten wel kunnen worden gereden met elektrische voertuigen, of door modal shift. Uitgaande van het huidige tempo van vlootverjonging resulteert dit in 2050 in een grotendeels maar niet volledig emissievrij wagenpark. Met name bij het vrachtverkeer is dan nog een wezenlijk deel van de vloot (circa 10 procent) niet emissievrij. In dit behoudende pad wordt ervanuit gegaan dat het resterende deel van de vloot gebruikmaakt van biobrandstoffen of e-brandstoffen om klimaatneutraliteit te bereiken.
Belangrijke uitdagingen en randvoorwaarden voor de verduurzaming van het wegverkeer:
- De tijdige uitrol van laad- en tankinfrastructuur, inclusief de daarvoor benodigde capaciteit op het elektriciteitsnetwerk;
- Beschikbaarheid van kritieke grondstoffen, onder andere voor de productie van accu’s;
- Een volwassen tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s;
- Aandacht voor herverdelingseffecten.
Klimaatneutrale luchtvaart
Sustainable Aviation Fuel (SAF) speelt een cruciale rol bij de verduurzaming van de luchtvaart. SAF omvat zowel biokerosine gemaakt uit biomassa, als e-kerosine gemaakt uit hernieuwbare elektriciteit en CO2. De nieuwe technologieën zijn nog niet op commerciële schaal beschikbaar; er moeten nog technische barrières worden overwonnen. Ook e-kerosine wordt nog niet op commerciële schaal geproduceerd. Het proces vraagt veel hernieuwbare elektriciteit en een koolstofbron. Voor het gebruik van SAF hoeft in principe geen aanpassing plaats te vinden in de vliegtuigen zelf. Alternatieven voor SAF zijn vliegen op waterstof of batterij-elektrische aandrijving. Als vliegen op waterstof in de periode tot 2050 commercieel haalbaar blijkt, dan zal dat waarschijnlijk alleen voor de kortere vluchten zijn (minder dan 2.000 kilometer). Hoewel de luchtvaart met deze paden in 2050 CO2-vrij kan zijn, zullen de niet-CO2-klimaateffecten ten minste deels blijven bestaan. Met name de vorming van condenssporen lijkt een significant klimaateffect te hebben, met name op de kortere termijn (tijdsspanne tien tot twintig jaar).
Belangrijke uitdagingen en randvoorwaarden voor de verduurzaming van de luchtvaart:
- De (tijdige) beschikbaarheid van hernieuwbare brandstoffen (SAF).
- Aanpak van de niet-CO2-effecten van de luchtvaart. Hiervoor is informatie en wetgeving nodig.
- Voor de verduurzaming van de mondiale luchtvaart is mondiale regelgeving nodig.
Klimaatneutrale zeevaart
De toekomstige energiemix voor verduurzaming van de zeevaart is nog niet te voorspellen. Biobrandstoffen gaan waarschijnlijk een belangrijke rol spelen, waaronder biodiesel, bio-LNG en biomethanol. Ook e-brandstoffen kunnen een belangrijke rol gaan spelen. Ammoniakmotoren zijn momenteel nog niet marktrijp en de regelgeving voor de toepassing van ammoniak, waaronder veiligheidsvoorschriften voor het gebruik, moet nog worden uitgewerkt. Batterij-elektrische aandrijving kan een rol spelen bij de verduurzaming van de kustvaart, zoals veerboten en havenschepen. In beide geschetste paden voor verduurzaming richting 2050 is een belangrijke rol weggelegd voor efficiëntieverbetering.
Belangrijke uitdagingen en randvoorwaarden voor de verduurzaming van de zeescheepvaart:
De uitwerking van het IMO-doel voor 2050 in concrete beleidsinstrumenten en bijbehorende regelgeving en kaders;
- Technologieën voor de verduurzaming van de zeevaart moeten worden uitontwikkeld;
- De (tijdige) beschikbaarheid en betaalbaarheid van hernieuwbare energiedragers;
- Financiering om te kunnen investeren in nieuwe aandrijflijnen, onder ander door een dwingend beleidskader voor verduurzaming.
Klimaatneutrale binnenvaart
De verduurzaming van de binnenvaartsector staat nog in de kinderschoenen. Er zijn meerdere technologieën in ontwikkeling. Toepassing van batterij-elektrische aandrijving met verwisselbare batterijcontainers lijkt kansrijk. Andere mogelijkheden om de binnenvaartvloot te verduurzamen zijn het gebruik van methanol of waterstof in combinatie met verbrandingsmotoren of in brandstofcellen, of het gebruik van drop-in-biobrandstoffen in bestaande motoren. De verwachting is dat het aantal energiedragers en aandrijftechnologieën, dat zal worden ingezet voor de verduurzaming van de binnenvaart, beperkt blijft. Hoe de omvang van de binnenvaart zich tot 2050 gaat ontwikkelen, is onzeker. Momenteel is circa 30 procent van het vervoersvolume van de binnenvaart energiegerelateerd; het overgrote deel daarvan betreft fossiele energie. Dit vervoer zal op termijn grotendeels wegvallen. Deels komt daar vervoer van nieuwe energiedragers zoals biomassa voor terug.
Belangrijke uitdagingen en randvoorwaarden voor de verduurzaming van de binnenvaart:
- Betere kennis over de huidige leeftijdsopbouw en inzet van de vloot en de dynamiek om in te schatten welke duurzame oplossingen in welke omvang mogelijk of nodig zijn;
- Overzicht in fondsen voor innovaties in de binnenvaart;
- Gezien de lange levensduur van binnenvaartschepen dient naar oplossingen voor de bestaande vloot (retrofit) te worden gekeken;
- Handhaafbare doelstellingen, inclusief de bijbehorende beleidsinstrumenten. Dit is ook van belang met oog op investeringen;
- Nieuwe financieringsopties.
Herverdelingseffecten en draagvlak
Draagvlak speelt een cruciale rol in de transitie naar klimaatneutrale mobiliteit. De transitie kan gepaard gaan met herverdelingseffecten die op verschillende groepen burgers en bedrijven een andere impact kunnen hebben. Zo zijn in de transitie naar elektrisch rijden met name lagere inkomensgroepen die wel autoafhankelijk zijn, kwetsbaar (zie ook de publicatie over vervoersarmoede). Het maken van duidelijke keuzes in de verdeling van lusten en lasten en het betrekken van burgers bij deze keuzes helpt het draagvlak voor beleid te vergroten.
De energietransitie
Gerelateerde onderwerpen
- Energiescenario's en energiemodellen
- Draagvlak voor klimaatbeleid
- Elektriciteit
- Vloeibare brandstoffen
- Waterstof
- Transport