CO2-weglek
Het EU-ETS zorgt voor extra kosten voor energie-intensieve bedrijven in de EU. Het doel hiervan is om bedrijven te stimuleren de CO2-uitstoot te reduceren. Hiermee worden zij echter duurder dan concurrenten buiten de EU. Een mogelijk effect hiervan is dat de productie inclusief de bijbehorende CO2-uitstoot naar buiten de EU worden verplaatst: het zogeheten CO2-weglek-effect. Het doel van de EU is om met CBAM het risico op CO2-weglek door productieverplaatsing te verminderen. De CO2-importheffing zal tussen 2026 en 2034 geleidelijk worden ingevoerd voor de energie-intensieve industrie: ijzer & staal, aluminium, cement, kunstmest, elektriciteit en waterstof. De hoogte van de heffing is gelijk aan de ETS-prijs.
CBAM versus gratis emissierechten
CBAM verhoogt de importkosten door het beprijzen van de CO2-inhoud van een geïmporteerd product, terwijl gratis emissierechten compenseren voor de stijging van de productiekosten van een bedrijf door het eigen Europese klimaatbeleid . Doordat de productie buiten de EU gemiddeld vervuilender is dan binnen de EU, zal de stijging van de importkosten door CBAM groter zijn dan de daling van de eigen productiekosten door gratis rechten. CBAM verbetert dus de concurrentiepositie van Europese bedrijven op de Europese markt ten opzichte van bedrijven buiten de EU. Daarom leidt CBAM naar verwachting tot meer eigen productie in de EU en minder relatief vervuilendere import uit niet-EU-landen, en daarmee ook tot een kleinere CO2-weglek door productieverplaatsing.
CBAM zorgt voor meer productie en handel
Uit de berekeningen blijkt dat CBAM de CO2-weglek met ongeveer een derde vermindert. Ook leidt de CO2-importheffing tot meer productie en handel binnen de EU. De Nederlandse industrie ziet zelfs een sterkere toename dan het EU-gemiddelde. De productie van ijzer & staal en cement gaat gepaard met relatief veel CO2-uitstoot, en er zijn grote verschillen in de uitstoot tussen Europese en niet-Europese producenten. De heffing op de import van ijzer & staal en cement is dus relatief hoog. CBAM heeft daardoor in deze sectoren het grootste effect. Bij de productie van aluminium komt de CO2 vooral vrij bij de productie van elektriciteit die nodig is in het productieproces. De verschillen in directe uitstootintensiteit tussen productie in de EU en buiten de EU zijn beperkt.
De CO2-importheffing zorgt volgens de modelberekeningen voor een prijsstijging van ongeveer 4 procent voor de betreffende goederen. Voor consumenten zal dit nauwelijks effect hebben, omdat het maar om een klein deel van de totale consumptie gaat. CBAM zorgt wel voor extra inkomsten in de EU.
CBAM kan landen buiten de EU extra zetje geven om CO2te reduceren
De opbrengsten uit CBAM gaan naar de EU-lidstaten. Als landen een eigen CO2-prijs invoeren mogen zij dit in het CBAM-systeem aftrekken van de CO2-importheffing van de EU. In dat geval houden deze landen de opbrengst van die CO2-prijs dus zelf. Vooral voor landen die veel exporteren naar de EU en al overwegen CO2-beprijzing in te voeren, kan CBAM hiertoe een extra zetje geven. Dit kan leiden tot een sterke mondiale CO2-reductie.