Aanhoudende zorgen over energiearmoede
Uit de antwoorden van 156 res pondenten uit 137 gemeenten over het energiearmoedebeleid bij gemeenten blijkt dat beleidsmedewerkers bij gemeenten bezorgd blijven over energiearmoede. Ondanks inspanningen en duidelijke res ultaten van hun aanpak blijft het moeilijk om de doelgroep te identificeren en te bereiken. De energietransitie is voor een aanzienlijk deel van woningeigenaren slecht toegankelijk en externe ontwikkelingen, zoals koude winters of prijsschommelingen, kunnen de kwetsbaarheid van huishoudens snel en ingrijpend vergroten zonder dat er een op dit moment een structureel vangnet bestaat.
Ik vertrouw er op dat er voldoende middelen komen om alle woningen te verduurzamen van huishoudens in energiearmoede
Ik vertrouw er op dat er voldoende middelen komen om een vangnet in stand te houden (bijv. aanvullen bijzondere bijstand en SPUK + SZW gelden)
Ik vertrouw er op dat er voldoende politieke steun en oplossingen komen voor een structurele aanpak van energiearmoede
Wel zien beleidsmedewerkers vooruitgang in de besteding en allocatie van de Specifieke Uitkerings (SPUK) middelen voor energiearmoede. Deze worden het vaakst ingezet voor witgoedregelingen, energiehulp en als aanvulling op het Nationale Isolatie Programma (NIP). Voor de nog niet uitgegeven middelen voorzien beleidsmedewerkers een soortgelijke verdeling.
Energiearmoedebeleid gemeenten voortzetten en uitbouwen
Beleidsmedewerkers bij gemeenten willen hun aanpak van energiearmoede voortzetten en uitbouwen, en hebben behoefte aan ondersteuning vanuit de Rijksoverheid. Toezeggingen over structurele middelen, nationale doelen en een heldere visie vanuit de Rijkoverheid kunnen de slagkracht van gemeenten bij het aanpakken van energiearmoede aanzienlijk vergroten. Ook zou de aandacht voor energiearmoede nog explicieter en steviger moeten worden opgenomen in bestaande programma’s rondom wonen (bijvoorbeeld het Nationaal Isolatie Programma) en energie (bijvoorbeeld warmteprogramma’s).
Begeleiders van de energietransitie
Energiehulp (fixers, coaches, en adviseur) is bij de meeste gemeenten een centraal onderdeel van hun aanpak van energiearmoede. Het overgrote deel van de beleidsmedewerkers vindt het zinvol om ook in de toekomst van energiehulp gebruik te (blijven) maken en de goed werkende ecosystemen rondom de uitvoer van een lokale sociale transitie in stand te houden en door te laten groeien.
Kijkend naar de toekomst zien respondenten de rol voor energiehulporganisaties vooral als transitiebegeleiders met een sterke sociale component, die informeren, motiveren, en praktisch ondersteunen. Energiehulpen, zo komt uit het onderzoek, zijn een belangrijke schakel in de energietransitie. (Zie ook Samenwerking en langetermijnstrategie essentieel voor energiehulporganisaties)
Samenwerking en langetermijnstrategie essentieel voor energiehulporganisaties
Een vangnet blijft nodig
Tenslotte geven de gemeentelijke beleidsmedewerkers veelvuldig aan dat woningverbetering en transitiebegeleiding alleen niet genoeg is: een vangnet in de vorm van directe financiële steun zal een onvermijdelijk onderdeel moeten zijn van de aanpak van energiearmoede. Bij oplopende energiekosten is een tegemoetkoming nodig, vooral voor huishoudens met een minimuminkomen en andere huishoudens in kwetsbare posities.
Landelijk onderzoeksprogramma energiearmoede
Dit rapport is onderdeel van het Landelijk onderzoeksprogramma energiearmoede. Binnen dit programma zijn meer feiten en cijfers, onderzoek naar beleid in de praktijk en goede praktijken beschikbaar.
Podcast ‘Energiearmoede uitgelegd’
Luister ook deze aflevering van de podcast-serie ‘De energietransitie uitgelegd’ over energiearmoede.
We vragen expert Koen Straver onder andere naar het verschil tussen armoede en energiearmoede, de omvang van energiearmoede in Nederland en de uitdagingen in de aanpak van energiearmoede.