Invloed Fit for 55 op behoefte aan hernieuwbare waterstof in Nederland in 2030
Nationale doelen RFNBO voor industrie en vervoer
Als onderdeel van Fit for 55 voert de Europese Commissie een herziening door van de Richtlijn voor hernieuwbare energie (RED II). Het voorstel is om bindende nationale doelen vast te stellen voor gebruik van hernieuwbare waterstof (of om precies te zijn: renewable fuels of non-biological origin, ofwel RFNBO) in de sectoren industrie (50% in 2030) en vervoer (2,6% in 2030). Om in kaart te brengen wat deze RFNBO-verplichting betekent voor Nederland, heeft TNO voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat uitgezocht wat het verwachte gebruik van waterstof zal zijn in 2030, hoeveel elektrolysecapaciteit daarvoor nodig is en welke hoeveelheid hernieuwbare energie dat vergt.
Downloads
Open het rapport Invloed fit for 55 op behoefte hernieuwbare waterstof (PDF)Inschatting RFNBO-opgave op basis van huidig waterstofgebruik
TNO heeft verschillende varianten voor de industrie in beeld gebracht op basis van voornamelijk het huidige gebruik van waterstof in de industrie (zie ook: The Dutch hydrogen balance, and the current and future representation of hydrogen in the energy statistics):
-
een minimale variant met het huidige gebruik van waterstof in de industrie als uitgangspunt, exclusief het gebruik van waterstof dat vrijkomt als bijproduct bij diverse industriële processen
-
een variant waarbij gebruik van bijproductwaterstof wel is meegenomen
-
een variant waarin de plannen van Tata Steel zijn meegenomen om in 2030 al een deel van het staal te produceren met een proces op basis van waterstof.
Bij alle varianten is een hoeveelheid van 29 PJ opgeteld als doel voor de vervoersector. Dit is gebaseerd op de totale hoeveelheid energie die wordt geleverd aan de vervoersector, inclusief de brandstoffen voor de internationale lucht- en scheepvaart (bunkers). Het totale geschatte waterstofgebruik komt in de varianten in 2030 uit op respectievelijk 66 PJ, 81 PJ en 86 PJ.
Effect van plannen voor decarbonisatie van fossiele brandstoffen op RFNBO-opgave
De bandbreedte voor de RFNBO-opgave kan verder oplopen door andere nieuwe projecten in de industrie, als die al in 2030 gereed zijn. Daaronder valt bijvoorbeeld het H-Vision project voor decarbonisatie van methaanrijke restgassen van raffinaderijen door conversie van de restgassen naar waterstof met CO₂-afvang en -opslag (CCS). Dow in Zeeland heeft vergelijkbare plannen met de methaanrijke restgassen van de stoomkrakers. Deze waterstof geldt niet als hernieuwbaar en telt dus niet mee voor invulling van de gebruiksverplichting, maar gebruik van deze waterstof in de industrie leidt wel tot een verbreding van de grondslag waarover de Europese gebruiksverplichting voor RFNBO wordt bepaald. De Nederlandse RFNBO-opgave – in de praktijk vooral een opgave voor hernieuwbare waterstof van elektrolyse – kan alleen voor de industrie zo oplopen tot meer dan 100 PJ.
Update rapport
Dit rapport is een update van een versie die eerder als bijlage is gevoegd bij de kamerbrief over Fit-for-55-pakket waterstof en Nationaal Waterstof programma. In die versie staat dat Dow een deel aardgas gebruikt bij decarbonisatie van de restgassen (voor compensatie van het conversieverlies). Dat is echter niet juist gebleken en aangepast in deze update.
In maart 2022 is er een vervolgstudie gepubliceerd door TNO en CE Delft, dit rapport is te vinden op de website van CE Delft (link).