Flexibiliteitsbehoefte en publieke belangen
Flexibiliteit in het elektriciteitssysteem - deel 1
Het aandeel variabele bronnen zoals elektriciteit uit wind en zon neemt sterk toe. Omdat productie en verbruik van elektriciteit op elk moment in evenwicht moeten zijn, vraagt dat om meer flexibiliteit in het elektriciteitssysteem. Hoeveel flexibiliteit is er nodig? Hoe kan dat worden ingevuld en hoe verhoudt de verwachte ontwikkeling hiervan zich tot verscheidene publieke belangen?
Downloads
Flexibiliteit in het elektriciteitssysteem (PDF)Er bestaan ruwweg vijf vormen van flexibiliteit: regelbare opwek (inclusief afschakeling
Wat is de verwachte behoefte aan flexibiliteit in het elektriciteitssysteem?
Om antwoord te geven op deze vraag is gekeken naar integrale systeem- en marktstudies. Op basis van deze studies schetst dit rapport een beeld voor 2030 en 2050 van mogelijke ontwikkelingen van de flexibiliteitsbehoefte en flexibiliteitslevering voor de groothandelsmarkt. Voor 2030 lopen de beelden al sterk uiteen. Voor 2050 lopen de verschillen in flexibiliteitsbehoefte en -voorziening verder op en zijn de bandbreedtes groot, allereerst ingegeven door grote onzekerheden in de (industriële) vraagontwikkeling en toekomstige Nederlandse productie van bunkerbrandstoffen.
Wat zijn de effecten op publieke belangen?
Hierbij is gekeken naar duurzaamheid, leveringszekerheid, betaalbaarheid, veiligheid, leefomgevingskwaliteit en maatschappelijke betrokkenheid.
- Ombouw van gascentrales naar waterstofcentrales: In vergelijking tot de referentie (bestaand gasvermogen) scoort deze flexibiliteitsoptie ten minste even goed of (substantieel) beter op het merendeel van de aangegeven maatschappelijke belangen.
- Conversie van elektriciteit via e-boilers en elektrolyse. In vergelijking tot de referentie (bestaande gasboilers en gasgestookte WKK), scoren hybride industriële e-boilers ten minste even goed of (substantieel) beter op alle maatschappelijke belangen.
- Industriële vraagsturing (afschakeling van industriële vraag) kan een sleutelrol spelen in de flexibiliteitsvoorziening en leveringszekerheid. Volgens recente analyse kan op deze manier tot 4 GW aan flexibiliteit worden ontsloten tot 2030. Deze flexibiliteitsoptie brengt hoge kosten met zich mee. Daar tegenover staat dat het een kosteneffectief alternatief biedt voor het sporadisch optreden van de superpiek die ontstaat naarmate er meer wind in zon wordt toegepast in de elektriciteitsvoorziening.
- Bij flexibiliteit bij kleinverbruik (elektrische auto’s en Power-2-Heat via warmtepompen en e-boilers) gaat het veelal om relatief lage (aanvullende) kosten, en zonder aanvullende hinder zoals bijvoorbeeld ruimtegebruik. Voor wat betreft veiligheid is de digitale kwetsbaarheid van dergelijke toepassingen een aandachtspunt.
- De batterij is vooralsnog een relatief kostbaar alternatief in vergelijking met bijvoorbeeld vraagsturing van bestaande voorzieningen en interconnectiecapaciteit
. - Afschakeling van zon en wind (curtailment) kan ook flexibiliteit bieden. Dat gaat (veelal in beperkte mate) ten koste van duurzame elektriciteitsproductie, maar kan sterk bijdragen aan flexibiliteit voor de netcongestie
.
Voor veel flexibiliteitsopties lijkt een middenpad tussen de extremere scenariobeelden voor 2030 haalbaar als uitgegaan wordt vanuit de huidige marktontwikkelingen, beleidskaders en belemmeringen.