Hoewel er steeds meer overheidsfinanciering wordt vrijgemaakt voor het aanpakken van klimaatverandering, waaronder het Klimaatfonds van €35 miljard en het Nationaal Groeifonds van €20 miljard, zal ook een aanzienlijk deel van de investeringen voor de energietransitie uit de private sector moeten komen. De overheid heeft een sleutelrol om deze private investeringen te stimuleren en zodoende schaalgrootte te creëren en tempo te maken.
Vertrouwen om te investeren
Publieke en private instellingen die investeren in de Nederlandse energietransitie moeten efficiënte en effectieve investeringsbeslissingen kunnen nemen. Daarvoor is een sterke, consistente onderbouwing nodig. Op dit moment ontbreekt het in Nederland aan deze evidence-based en publiek beschikbare data en informatie over de investeringskosten en financiering van de energietransitie. (Zie ook de thematekst Financiering van de energietransitie.)
Financiering Energietransitie
Methodologie financiële stromen energiesysteem
De bestaande Nederlandse en internationale onderzoeken naar het inschatten van investeringskosten en het volgen van financiële stromen van de energietransitie zijn in kaart gebracht. Op basis daarvan is gestart met de ontwikkeling van een methodologie voor het schatten en volgen van financiële stromen in het Nederlandse energiesysteem .
Kapitaaluitgaven energienetwerken en energievoorzieningssector
Voorlopige resultaten van het volgen van de financiering van kapitaaluitgaven in energienetwerken en de energievoorzieningssector in Nederland laten zien dat ongeveer 49% (€1,5 miljard) van de totale financiering van CAPEX-investeringen in energienetwerken in Nederland in 2020 afkomstig was van commerciële banken of andere schuldverstrekkers. De resterende 51% (€1,6 miljard) was eigen vermogen van nationale, regionale en lokale publieke financieringsbronnen (Ministerie van Financiën, provincies en gemeenten).
35% (€1,1 miljard) van de totale financiering (€3,1 miljard) ging naar de Transportnetbeheerders (TSO) van TenneT en GasUnie en 65% (€2 miljard) naar de netbeheerders (DSO), waaronder Stedin, Liander en Enexis. 94% (€1,03 miljard) van de totale financiering voor TSO’s vloeide naar de elektriciteits-TSO TenneT, waarvan 53% (€550 miljoen) voor onshore netwerkontwikkeling en 47% (€480 miljoen) voor offshore ontwikkeling. Slechts 6% (€61 miljoen) van de totale financiering van energienetwerken ging naar de gastransportnetbeheerder Gas Transmission Services (GTS). 75% (€1,5 miljard) van de totale financiering voor DSO’s ging naar DSO’s voor elektriciteit en 25% naar DSO’s voor gas.
