Technische, organisatorische én sociale innovatie nodig
Naarmate zero-emissie-voertuigen steeds belangrijker worden voor de logistieke sector, wordt duidelijk dat alleen technische oplossingen om elektrificatie te bevorderen niet volstaan. De inzet van elektrische trucks heeft zowel technische, organisatorische en sociale elementen in zich. Hierbij is het dus van belang om integraal te denken. De technische innovatie, zoals inzet van trucks en laadinfrastructuur, moet daarbij hand in hand gaan met organisatorische innovatie. Dit kan bijvoorbeeld door samenwerking en regie te organiseren tussen verschillende partijen, zoals logistieke partijen, gemeenten en netbeheerders. Maar ook sociale innovatie, zoals anders denken over ritplanning en inzet van voertuigen moet direct worden meegenomen. Als één van deze elementen ontbreekt, komt de transitie naar elektrisch vrachtvervoer in het geding. Juist het samenspel tussen technische, organisatorische en sociale innovatie biedt ruimte om barrières te doorbreken en de transitie effectief te organiseren.
Daarnaast vraagt de transitie om flexibiliteit en maatwerk. Oplossingen zoals energy hubs, batterij opslag of nieuwe contractvormen kunnen nu al lokaal uitkomst bieden, maar zijn niet altijd universeel toepasbaar. De sleutel ligt in het professioneel vormgeven van innovatie langs drie lijnen: het energienetwerk, de ruimtelijke ordening en mobiliteit. Dat betekent onder andere helderheid over netcapaciteit en verzwaring, versnelling van verleende vergunningen voor laadinfrastructuur, en inzicht bieden in de toekomstige energievraag en laadprofielen.
Energy hubs: vitale knooppunten in een energiesysteem
Netcapaciteit een groeiende belemmering
Netcapaciteit is een groeiende uitdaging in de hele energiesector. Zo ook voor elektrisch vrachtvervoer. In 2026 heeft naar verwachting 70% van de elektrische vrachtwagens geen directe aansluitcapaciteit op het eigen depot. Dit percentage daalt geleidelijk naar 60% in 2028 en 40% in 2033. Dit wijst op een geleidelijke verbetering, maar ook op een structureel tekort en afhankelijkheid van alternatieve laadoplossingen.
De netcapaciteit verschilt sterk per regio. Vooral buiten Noord-Holland en Zuid-holland is er schaarste. En hoewel er in 2033 overal in Nederland capaciteit beschikbaar is, ontbreekt deze tegen die tijd nog altijd op 33% van de onderstations. Dit leidt tot een ongelijk speelveld en kan regionale verschillen in concurrentiepositie vergroten.
Hoeveel laadinfrastructuur op het eigen depot nodig is, hangt sterk af van de gewenste zekerheid en de praktische haalbaarheid van private laadinfrastructuur. Bij een inzet op 90% leveringszekerheid hoeft slechts 1,1% van de jaarenergie extern geladen te worden, terwijl dat bij 50% zekerheid oploopt tot bijna 10%.
Transitie vraagt om lerend proces
De transitie naar elektrisch vrachtvervoer is geen lineair traject maar een lerend proces. Het langetermijnperspectief en integraal denken zijn belangrijk voor verschillende partijen, vanuit logistiek, ruimtelijke omgeving en het energienetwerk. Omdat niet alles vooraf in detail te plannen is, blijkt het in de praktijk effectiever om te beginnen en al doende te leren. Dit vraagt om een gezamenlijke mindset die ontstaat doordat de verschillende stakeholders met elkaar optrekken, kennis delen en binnen hetzelfde tijdspad bewegen.
Om de voortgang van de transitie niet te laten stagneren, is handelingsperspectief nodig, voor zowel de partijen uit de logistiek, ruimtelijke ordening als het energienetwerk: duidelijkheid over de transitie, de inrichting ervan en waar organisaties goed aan doen. Hierbij vallen ook lessen te trekken uit bestaande lokale successen, zoals de Lage Weide Energyhub.
Veel bedrijven hebben bijvoorbeeld onvoldoende zicht op wat elektrificatie concreet betekent voor hun operatie en missen begeleiding op dit vlak. Ook ontbreekt het vaak aan duidelijkheid over de omgeving: wanneer gaan zero-emissiezones in, hoe ontwikkelt het elektriciteitsnet zich of hoe snel gaat de vraag naar energie stijgen in een bepaald gebied? Om meer zekerheid en daarmee handelingsperspectief te creëren, is het noodzakelijk om aan een gezamenlijke aanpak te bouwen die de beelden van verschillende partijen bij elkaar brengt. Zo kunnen gericht stappen worden gezet in deze transitie.