In 2023 leefde 4,8% van alle huishoudens in Nederland in energiearmoede (zie Energiearmoede in Nederland 2019-2023). Eind 2023 verzocht Tweede Kamerlid Postma in een motie de Tweede Kamer om te voorkomen dat de energietransitie energiearmoede in Nederland doet toenemen.
Energiearmoede in Nederland 2019-2023
Bescherm huishoudens die niet zelf kunnen verduurzamen
Het is raadzaam om op korte termijn beleidsmaatregelen te ontwikkelen die huishoudens in energiearmoede ondersteunen als hun woning nog niet verduurzaamd is, om zo hun energierekening betaalbaar te houden. Ruim 960.000 huishoudens in Nederland hebben een woning van lage energetische kwaliteit (label D of lager) die ze niet op eigen kracht kunnen verduurzamen. Ruim 90% van hen zijn huurders die geen zeggenschap hebben over hun woning. De res t zijn woningeigenaren met onvoldoende financiële middelen om te investeren in verduurzaming. Dit ondermijnt zowel hun bestaanszekerheid als het draagvlak voor de energietransitie. Een monitoringssysteem kan helpen om huishoudens in kwetsbare posities te identificeren en de druk op hun inkomen te meten. Gerichte compensatiemaatregelen voor energiekosten of andere koopkrachtverhogende interventies zijn wenselijk voordat huishoudens onder de minimale ondergrens zakken.
Bestaande monitoring scherper en bredere blik belangrijk
Er moet scherper in beeld komen hoe snel de woningvoorraad van huishoudens in energiearmoede wordt verduurzaamd, om zo nodig bij te kunnen sturen en te zien wanneer deze opgave is volbracht. Momenteel is dat nog niet structureel gemonitord. Daarnaast is monitoring van welke huishoudens kwetsbaar zijn voor energiearmoede van belang. Dit is om eventuele extra financiële ondersteuning zo gericht mogelijk te kunnen inzetten en te zien hoe snel deze groep aan verduurzaming toekomt. Ook ontbreekt het aan bindende wettelijke maatregelen bij niet-nagekomen afspraken. Concrete doelstellingen, gerichte monitoring en beschermende maatregelen kunnen het handelingsperspectief van de overheid vergroten, in lijn met EU-afspraken en de Energiewet, en zorgen voor effectievere bestrijding van energiearmoede.
Technologische behoeften van huishoudens in energiearmoede
De energietransitie gaat verder dan alleen isolatie en alternatieve warmtebronnen. Momenteel ligt de focus van monitoring en inzet van middelen logischerwijs op de isolatieopgave en verduurzaming van de warmtebron. Ook ontwikkelingen op het gebied van eigen energieopwek, energieopslag , vraagsturing en elektrisch vervoer kunnen de energierekening echter verlagen. Momenteel ontbreekt een helder beeld van welke nieuwe technologieën huishoudens nodig hebben om op de middellange en lange termijn uit energiearmoede te komen. Deze extra informatie kan bijvoorbeeld een basis vormen voor nieuwe indicatoren in de Monitor Energiesysteem van de Rijksoverheid. Beleidsmakers kunnen zo de voortgang van de adoptie van deze nieuwe technologieën onder huishoudens in energiearmoede volgen.
Invulling sociaal klimaatfonds en bescherming tegen prijsschokken
Om beter voorbereid te zijn op mogelijke prijsschokken vraagt de Europese Commissie van alle lidstaten om een crisisregime te ontwikkelen dat bij prijsschokken de energierekening dempt en bestaanszekerheid beschermt. Als prijsschokken zich namelijk weer voordoen, zijn huishoudens die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen hiervoor extra kwetsbaar. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een gericht prijsplafond, een sociaal energietarief, of een energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen en een lage energetische kwaliteit van de woning. Hoewel de uitvoerbaarheid van gerichte maatregelen complex zijn, is gebleken dat generieke maatregelen zoals die uit de energiecrisis van 2021-2023 zeer kostbaar zijn.