Effecten flexibiliteitsmechanismen
Om de ontwikkelingen van de energietransitie te kunnen blijven ondersteunen, moeten netbeheerders manieren vinden om congestie in het energiesysteem te voorkomen. Een van de mogelijke oplossingen hierbij is om assets in het distributienet flexibel in te zetten en zo de belasting en de productie te verdelen (“flattening the curve”). Maar congestie in stedelijk gebied kan op een andere manier worden opgelost dan congestie in meer landelijke gebieden. Dat komt niet alleen doordat de onderliggende laagspanningsnetten anders zijn, maar ook omdat de op het net aangesloten prosumenten (consumenten die mee kunnen bepalen over het eindproduct) mogelijk een andere hoeveelheid flexibiliteitsmiddelen bezitten, of een andere bereidheid hebben om deel te nemen aan de flexibilisering.
Gedrag en bereidheid prosumenten
Dat laatste, het onderdeel consumentengedrag, is complex doordat het lastig te voorspellen en te modelleren is. Verschillende soorten consumenten kunnen verschillen in de motivatie voor hun gedrag en de bereidheid om deel te nemen. Er kunnen bijvoorbeeld zorgen zijn over privacy of opvattingen meespelen over de afweging tussen een verlaging van de elektriciteitskosten versus een mogelijke verlaging van het comfort. Om het gedrag van prosumenten met flexibele activa in archetypische buurten te modelleren, zullen modellen van de flexibiliteitsactiva worden gecombineerd met basislastprofielen en zogenaamde persona-modellen. De persona-modellen kunnen worden gezien als archetypische prosumenten en zullen prosumenten classificeren aan de hand van demografische gegevens en hun gedrag en bereidheid ten aanzien van verschillende flexibiliteitsmiddelen en activeringsmechanismen.
De indeling is gemaakt aan de hand van demografische data, data over bouwtypen en aansluitingsgegevens. Deze op data gebaseerde eerste indeling kan daarna nog worden uitgebreid met meer intuïtieve karakteristieken.