Als professionals weten we al minstens vijf jaar dat het bewuste beleid van gasprijsstijging (“de schuif”) een toenemende tweedeling in de hand werkt, als daar niet óók gericht beleid naast staat dat minderdraagkrachtige huishoudens beschermd. In 2016 schrijft Twijnstra Gudde in opdracht van BZK over risico’s dat huurders “hun energievoorziening niet meer kunnen betalen”, waarbij “risico’s vragen om aanpassingen aan het huurbeleid; meer gericht op woonlasten”. In de koopsector “zou er een programma kunnen komen voor lagere inkomens om kun woningen te isoleren”. Mochten de problemen sneller komen dan de maatregelen kan gedacht worden aan “collectieve noodvoorzieningen en gratis stroom voor bepaalde groepen.”. En daar zijn we dan in 2022. We hebben het laten lopen met z’n allen.

“Die grote, incidentele, rijksbudgetten voor de ‘bestrijding’

van energiearmoede verhullen een gebrek aan visie.”

Marco van Dalfsen

We hebben ons in slaap laten sussen door beloftes over woonlastenneutraliteit: een mooie, boekhoudkundige term, die de werkelijkheid verhult dat het (duurzame en meer prijsstabiele) alternatief altijd goedkoper uitpakt als je gas maar flink duurder maakt. Sommige huishoudens voelen dat donders goed aan; die mijden simpelweg het gebruik van energie. Het is ook deze doelgroep die nooit en te nimmer het energieplafond zal bereiken. Daar kijken ze wel voor uit.

Zijn het niet juist deze mensen die we willen helpen? Aan voldoende energie? Aan een gezond binnenklimaat? Aan meer bestaanszekerheid? Frustrerend toch? Dat het ons weer niet lukt om hen op een passende manier bij te staan. Natuurlijk helpt een energietoeslag en een klusbus, maar moeten we niet vooral eisen dat er in de kern orde op zaken wordt gesteld?

Het recht op energie

Onze gedachten over energie zijn verworden tot één grote boekhoudkundige rekensom, terwijl de energietransitie – om te beginnen – een waardendiscussie zou moeten zijn. Wat levert het ons nou op als maatschappij? Daarnaast zijn we continue bezig om alles tegen elkaar uit te spelen. Prijsbeleid en energietransitie. Ecologische en sociale belangen. Waarom?

We hebben geen extra klusbussen nodig, maar een keiharde belofte en een verbindende strategie. Het ‘recht op energie’ zou die kunnen zijn. Een type huishouden in een type huis heeft simpelweg recht op een bepaalde hoeveelheid – betaalbare – energie; als basis voor bestaanszekerheid.

Het recht kent ook een logische keerzijde: de ‘plicht om verspilling tegen te gaan’, want energiedecadentie is een minstens zo groot probleem als energiearmoede. Waarom belasten we overmatig energieverbruik niet op een progressieve manier? Het ‘recht op energie’ is dus ook prima kostenneutraal te regelen; zeker als we die gekke heffingskorting voor iedereen (á € 6,5 miljard/ jaar) zouden opheffen.

En voor degene die nu denkt “grappig proefballonnetje, maar kunnen we nu weer even serieus worden?”… Dit is gewoon één van de 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, hè! Nederland en maar liefst 120 van haar gemeenten hebben zich daaraan gecommitteerd. Bovendien zullen er sociale verplichtingen gaan voortkomen uit de European Green Deal, dat “access to energy services to fulfil the potential of Union citizens and to enhance social inclusion” voorschrijft. Dit is geen leuke gedachte, maar vooruitzien.

En ja: het zal best lastig zijn om het ‘recht op energie’ praktisch ‘handen en voeten’ te geven. Uitvoerbaarheid is op z’n zachtst gezegd wel een dingetje in Nederland. Maar het energieplafond laat zien dat we wel degelijk met een norm kunnen werken. Vooralsnog met het simpele ‘landelijk gemiddelde’ weliswaar, maar ik vind het een bemoedigend begin. Binnen een half jaar moeten we toch met een meer gericht normenstelsel kunnen komen?

Dus laten we alsjeblieft niet beginnen bij de ‘beren op de weg’, want ideeënarmoede is het laatste dat we erbij kunnen gebruiken.

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de laatste updates op Energy.nl?

Nieuwsbrief(Vereist)
Meer informatie