Kernenergie omvat zowel kernsplijting als kernfusie. In operationele kerncentrales wordt uranium als splijtstof gebruikt. Ook andere elementen kunnen als splijtstof worden toegepast, zoals thorium. Bij kernfusie combineren lichte elementen tot zwaardere, maar deze techniek is nog in de onderzoeksfase en beschikbaarheid voor energieopwekking is in de komende decennia nog niet te verwachten. Bestaande kerncentrales gebruiken de uit splijting afkomstige warmte om stoom mee te maken die een generator aandrijft waarmee elektriciteit wordt opgewekt.
Wereldwijd zijn er 437 kerncentrales in bedrijf, 200 zijn uit bedrijf genomen en 48 in aanbouw (bron: IAEA (PDF)). Op dit moment zijn de meest toegepaste reactortypen de drukwaterreactor (pressurized water reactor, PWR) en de kokend-waterreactor (boiling water reactor, BWR). In West-Europa worden nieuwe reactoren gebouwd van het European Pressurized Reactor (EPR) type. Dit type derde-generatie-reactor moet de standaard worden voor toekomstige kernreactoren met verbeterde veiligheid en hogere efficiëntie. De eerste EPR-reactor is in 2022 in Finland (Olkiluoto) in bedrijf genomen. Frankrijk (Flamanville) en het Verenigd Koninkrijk (Hinkley Point) hebben EPR-reactoren in aanbouw.
Er wordt ook onderzoek gedaan naar het toepassen van thorium in toekomstige centrales. Thorium kan worden gebruikt in een kerncentrale van een bestaand reactortype, ook al gebeurt dat in de praktijk nu niet, of in een nieuw type reactor waarin thorium is opgelost in gesmolten zout. Het voordeel daarvan is dat het veiliger is en het minder radioactief afval oplevert dat minder lang radioactief blijft. Een commerciële centrale die werkt met gesmolten zout zal echter nog decennia op zich laten wachten.