Toekomstmogelijkheden van energiehulporganisaties en medewerkers
Inzicht in kansen en belemmeringen van verschillende typen energiehulporganisaties
Wat zijn de kansen en belemmeringen voor energiehulporganisaties en hun medewerkers, nu eind 2025 de subsidies van het rijk aan gemeente aflopen? Deze tussenrapportage geeft inzicht in de toekomstmogelijkheden van energiehulporganisaties en hun medewerkers. Er is gekeken wat voor organisatiemodellen er bestaan en wat voor werkzame elementen en uitdagingen de verschillende (typen) organisaties hebben. Daarnaast is er aandacht besteed aan de instroom van medewerkers en de doorstroom- en ontwikkelingsmogelijkheden van medewerkers.
Downloads
Toekomstmogelijkheden energiehulporganisaties (PDF)Typen energiehulporganisaties
Er zijn vijf categorieën energiehulporganisaties onderscheiden:
Landelijke organisaties (Bv’s)
Door eerdere activiteiten in de energiebranche hebben deze organisaties ervaring met het verduurzamen van woningen en het centraal inkopen van producten. Deze organisaties hebben een bestand van jongeren, waaronder studenten, die de werkzaamheden uitoefenen als bijbaan. Een deel van de medewerkers bestaat uit mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze landelijke organisaties kunnen gemakkelijk opschalen en in korte tijd veel huishoudens bereiken.
Landelijke organisaties (Stichtingen)
Deze landelijke stichtingen bestaan uit overkoepelende organisaties met lokale inbedding. Vaak richten ze lokaal stichtingen op, die worden ondersteund met gecentraliseerde kennis en middelen. Hierdoor kan goed worden opgeschaald, terwijl de lokale kennis en kunde ook wordt benut. Ze hebben vaak een verscheidenheid aan werknemers en vrijwilligers in dienst, waaronder ook stageplekken.
Lokale organisaties
Deze vaak kleinschalige organisaties zijn ontstaan vanuit lokale initiatieven. Vaak zijn het stichtingen. Ze hebben werknemers in dienst die in de buurt wonen. Deze organisaties hebben vaak een goede vinger aan de pols wat er lokaal gebeurt en weten kwetsbare bewoners goed te bereiken. Vaak is er ruimte om arbeidskrachten met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen en worden er stageplekken aangeboden.
Energiecoöperaties
Het gaat hier om lokale energiecorporaties, die zich hebben verenigd in een landelijke belangenorganisatie (EnergieSamen). Ze worden gekenmerkt door hun lokale wortels en kennis van de energietransitie
Gemeentes
Een aantal gemeenten heeft zelf een aanpak geformuleerd zonder aanbesteding of subsidie. Dat kan door een nieuwe functie te creëren en zelf een energiecoach/fixer aan te stellen, of door een opdracht neer te leggen bij een bestaande gemeentelijke instelling. De energiecoach en -fixprogramma’s binnen de gemeente leveren hen veel op. De energiecoaches/fixers kunnen een verbindende rol spelen tussen departementen en woningcorporaties.
Wat werkt in de aanpak van energiehulporganisaties?
Er is in kaart gebracht welke onderdelen van een aanpak goed werken en ook waar nog uitdagingen liggen (zie daarvoor verder het rapport).
- Communicatie en benaderingswijze: een combinatie van verschillende methoden werkt het beste om bewoners te bereiken. Mond tot mondreclame en zichtbaarheid in de wijk zijn effectief voor het bereiken van kwetsbare doelgroepen.
- Lokale inbedding versus landelijke coördinatie: lokale organisaties maken gebruik van lokale connecties en expertise. Landelijke organisaties profiteren van gecoördineerde logistieke operaties, centrale inkoop, landelijke spreiding, en de mogelijkheid om snel op te schalen.
- Verduurzamings- en ondersteuningsmaatregelen: alle organisaties bieden energieadvies en voeren kleine besparende maatregelen uit. Energiecoaches helpen bewoners soms bij het melden van klachten bij woningcorporaties.
- Samenwerking met gemeentes en woningcorporaties: gemeentes bepalen de opdracht voor de organisaties en kunnen ondersteuning bieden door het aanleveren van adressen en informatie over de doelgroep. Samenwerking met woningcorporaties is belangrijk voor het efficiënt bereiken van de doelgroep en kan helpen om noodzakelijke aanpassingen sneller uit te voeren.
- Continuïteit: organisaties hebben te maken met tijdelijke opdrachten en pieken en dalen in het werk. Daarom hebben de organisaties nu ook andere projecten om een meer continue stroom van werk te genereren.
- Arbeidsparticipatie: organisaties bieden werkgelegenheid en leertrajecten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder statushouders.
Ontwikkeling en doorstroom medewerkers
Energiecoaches en -fixers zijn vergelijkbare rollen waar geen specifieke vooropleiding voor nodig is. De benodigde vaardigheden voor het beroep zijn in te schalen op MBO entree-niveau tot MBO niveau 2. Het is voor een grote diversiteit van mensen (mbo-gediplomeerden, studenten, gepensioneerden, statushouders, zij-instromers) mogelijk om in te stappen. Voor het beroep van energieadviseur is meer technische kennis van woningen vereist. Daarvoor wordt MBO niveau 4 gevraagd.
- Vooral bij energiecoaches en -fixers is de meest succesvolle doorstroomrichting de techniekbranche.
- Doorstroom richting een beroep in de energietransitie is lastiger.
- Doorstroom in het sociale domein is lastiger, maar een verbindende rol past wel.
Gerelateerde onderwerpen
- Regionale en lokale energietransitie
- Energiearmoede
- Werkgelegenheidseffecten energietransitie
- Gebouwde omgeving