Energiebronnen hernieuwbare energie 2023:
- 34% biomassa (2022: 40%)
- 31% windenergie (2022: 28%)
- 24% zonne-energie (2022: 22%)
- 8% buitenluchtwarmte en bodemenergie (2022: 7%)
- 2% waterkracht en aardwarmte (2022: 3%)
Productie van hernieuwbare elektriciteit
De elektriciteitsproductie van windmolens (gecorrigeerd voor de hoeveelheid wind) nam in 2023 met 25% toe. De capaciteit van het windmolenpark in Nederland groeide met 23%. Die uitbreiding vond met name plaats op zee. De productie van elektriciteit uit zon nam met 17% toe. Hoewel biomassa nog wel het grootste aandeel heeft in de productie van hernieuwbare elektriciteit, nam de productie uit biomassa af met 14%.
Hernieuwbare energie voor verwarming
Het verbruik van hernieuwbare energie voor warmte steeg in 2023 met 5% (na een daling van 5% in 2022). Het aandeel hernieuwbare energie in de warmtevoorziening steeg naar 9,6%. De toename is vooral toe te schrijven aan warmtepompen die buitenluchtwarmte benutten, gevolgd door bodemwarmte, wat ook vaak wordt gecombineerd met een warmtepomp. Biomassa en aardwarmte laten beide een lichte daling zien in 2023. Zonnewarmte was nagenoeg gelijk aan het jaar ervoor.
Warmte en koude
Hernieuwbare energie voor transport
Hernieuwbare energie was in het vervoer goed voor ruim 13% van het totale energieverbruik voor vervoer in 2023 (2022: bijna 11%). Dit komt voornamelijk doordat het elektriciteitsverbruik in het transport snel groeit.