Het belang van energie voor de Nederlandse economie
Ontwikkeling van het belang van energie voor Nederland
Hoe heeft het gebruik en de productie van fossiele en hernieuwbare energie zich ontwikkeld in verhouding tot de economische activiteiten in Nederland? In een rapport uit 2013 brachten Weterings et al. het belang van fossiele energie in kaart voor de Nederlandse economie. Uit die analyse bleek dat economische activiteiten in Nederland nauw verweven zijn met het gebruik van en de handel in fossiele brandstoffen. Dit rapport bevat een nieuwe analyse van de ontwikkeling van het gebruik en de productie van energie in Nederland en de rol van energie in de Nederlandse economie.
Downloads
Ontwikkeling van het belang van energie voor Nederland (PDF)In dit onderzoek is opnieuw gekeken naar de ontwikkelingen in het energiesystem in de periode van 1990 t/m 2020. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met de bevindingen van Weterings et al. om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het belang van fossiele energie voor de Nederlandse economie in het vorige decennium.
Energie-intensiteit is afgenomen
In de periode van 1990 tot 2020 is het energieverbruik in Nederland vrijwel constant gebleven. In dezelfde periode is de bevolking toegenomen en het nationaal inkomen gegroeid. Dit heeft ervoor gezorgd dat de energie-intensiteit is afgenomen. Dit is enerzijds het gevolg van een toename van het belang van niet-energie-intensieve sectoren (de diensteneconomie) en anderzijds van energiebesparing.
Figuur: Energie-intensiteit van de Nederlandse economie
Hoeveelheid gewonnen energie verminderd
In 2020 was de hoeveelheid gewonnen energie minder dan de helft van die in 2013. De duurzame energieproductie daarentegen nam geleidelijk toe; in 2020 was het aandeel in de totale energieproductie 25,3% (in 2010 was dat nog 4,4%). Ten opzichte van andere Europese landen is het aandeel van fossiele brandstoffen
Aandeel energie-afhankelijk cluster
Het energie-afhankelijke cluster is het totaal aan sectoren die als energie-intensief worden beschouwd. Dit is het geval wanneer het totale energieverbruik meer dan – of gelijk is aan – 0,01 PJ per miljoen euro. Dit kluster had in 2019 een bruto toegevoegde waarde van ruim €80,1 miljard en een energieverbruik van 1.486 PJ. Het heeft hiermee een aandeel van 11% in het bruto binnenlands product (BBP) en een aandeel van 49% in het energieverbruik. De energie-intensieve sector met de hoogste toegevoegde waarde is vervoer en opslag, met een aandeel van 4,2% in het BBP. Deze sector heeft een aandeel van 15% in het totale energieverbruik van Nederland.
De energie-intensiteit van de energie-intensieve sectoren is tussen 2010 en 2019 gedaald met gemiddeld 15%, terwijl de toegevoegde waarde gemiddeld met 6,8% toenam. Energie-intensieve sectoren hebben met relatief minder energie dus meer geproduceerd, ze zijn dus efficiënter geworden.
Dit rapport richt zich op de historische ontwikkeling van het belang van (fossiele) energie voor de Nederlandse economie. Het beeld dat hieruit naar voren komt gaat in de komende jaren naar verwachting fundamenteel wijzigen. Zie daarvoor ook de prognoses uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV).
Dit is onderdeel van de kennisbank systeemintegratie