Herziening van de Europese Energy Efficiency Directive vraagt om meer energiebesparing
Een nationaal doel voor energiebesparing en streefwaarden voor sectoren
In 2023 heeft de Europese Commissie de Energy Efficiency Directive (EED) herzien, waarbij de energiebesparingsdoelen zijn aangescherpt. Het kabinet Rutte IV heeft ervoor gekozen om dit te realiseren door een nationale besparingsdoelstelling vast te stellen met een doorvertaling naar streefwaarden per sector. Wat betekent deze besparingsopgave voor Nederland? Hoe kan deze besparingsopgave kosteneffectief over verschillende sectoren worden verdeeld? En zijn er naast efficiencyverbetering ook andere mogelijkheden om het energieverbruik te verminderen?
Downloads
Nationaal doel energiebesparingBetaalbaarheid, onafhankelijkheid en transportuitdaging
Nederland kiest ervoor om sterk in te zetten op energiebesparing. Energie die we niet gebruiken, hoeven we immers ook niet op te wekken, te betalen, te importeren of te transporteren. Energiebesparing draagt daardoor direct bij aan de betaalbaarheid, vermindert de behoefte (en houdt daarmee rekening met schaarste) aan duurzame energie
Besparingsopgave EED-doel
Met het huidige beleid is de kans klein dat het EED-doel voor finaal energieverbruik
Verdeling naar sectoren bepaald door klimaatdoelstelling
Het EED-doel voor vermindering van finaal energieverbruik is wel haalbaar met het beschikbare besparingspotentieel van energiebesparende maatregelen zoals in het rapport is bepaald. De toepassing van die maatregelen is ook nodig om de klimaatdoelstelling te realiseren. De verdeling van het beoogde finaal energieverbruik in 2030 over sectoren kan daarom worden bepaald door de beoogde sectorale restemissies
Vermindering totaal primair energieverbruik
Het EED-doel voor vermindering van primair energieverbruik is ambitieuzer dan het doel voor vermindering van finaal energieverbruik in combinatie met de klimaatdoelstelling. Vanwege emissiereductie zullen elektrificatie, productie van biobrandstoffen en groen gas en CCS (CO2-afvang en opslag) richting 2030 op grotere schaal worden toegepast. De conversieverliezen in de elektriciteitsproductie en industrie nemen daardoor toe en daarmee ook het totaal primair energieverbruik. Import van groene energiedragers kan helpen het primair energieverbruik te verminderen, maar verschuift een deel van de opgave naar het buitenland.
Biogas
Besparingspotentieel verandering of vermindering activiteiten
Naast energiebesparing is er ook een besparingspotentieel door verandering of vermindering van activiteiten. Het gaat dan bijvoorbeeld om het importeren van halffabricaten in de industrie, of het beter inregelen van installaties in gebouwen. In de glastuinbouw kan meer besparing worden gerealiseerd door een andere teeltwijze, kortere teeltcycli en CO2-levering of de keuze voor teelt van andere producten. In de sector mobiliteit kan het energieverbruik verminderen door wijziging van modal split (meer gebruik van fiets in plaats van auto en trein in plaats van het vliegtuig), verjonging van het wagenpark, het sturen op auto’s met een lager gewicht, 100 km per uur ook in de avond en nacht op snelwegen en vermindering van het aantal vluchten. Door meer prioriteit te geven aan emissiereductie-opties die energieverbruik vermijden, kunnen klimaatbeleid