Geschiedenis van het energieverbruik in Nederland
Ontwikkelingen energietransitie, afhankelijkheid en energiebesparing in de periode 1800-2022
In dit overzicht van het CBS (gepubliceerd op 10 oktober 2023) over de ontwikkeling van het energieverbruik in Nederland in de periode 1800 tot 2022 is ingezoomd op de drie doelen van energiebeleid: de overgang van fossiele naar schone energie, het voorkomen van afhankelijkheid van andere landen en energiebesparing door zuiniger of efficiënter met energie om te gaan.
Downloads
Ruim tweehonderd jaar energieverbruik in NederlandOntwikkeling energieverbruik 1800-2022
Het energieverbruik in Nederland is sinds 1800 enorm gegroeid. Rond 1800 deden we het met 31 PJ aan energie en eind 19e eeuw was het energieverbruik al ruim 6 keer groter geworden. Na de Tweede Wereldoorlog en met name tussen 1960 en 1973 nam het energieverbruik explosief toe in alle sectoren van de economie. Vanaf de oliecrisis (1973) tot halverwege de jaren 1980 stokte de groei.
In 2000 was het verbruik inmiddels ruim 100 keer zo groot als in 1800. Het energieverbruik was in 2010 op z’n hoogtepunt (3470 PJ). Vanaf 2013, het jaar dat het Energieakkoord is afgesloten, begon het totale energieverbruik licht te dalen. Woningen werden steeds beter geïsoleerd en efficiënter verwarmd in een warmer wordend klimaat. Ook motorvoertuigen werden steeds efficiënter, vooral door strengere eisen uit de EU.
Na de Russische inval in Oekraïne (februari 2022) werd er aanzienlijk minder aardgas verbruikt, waardoor het energieverbruik in Nederland in het jaar 2022 even laag was als eind jaren ‘80.
Energieaanbod naar energiedrager
Van fossiele naar groene energie
Rond 1800 kwam energie met name uit turf, hout en wind- en watermolens. Vanaf 1860 leverde steenkool de belangrijkste bijdrage aan de energievoorziening. Na de Tweede Wereldoorlog schakelde Nederland over op aardolie (in de jaren 1950) en vervolgens aardgas (in de jaren 1960). In 1976 werd de kerncentrale in Borssele volledig in gebruik genomen. Sinds 2017 is de overgang van fossiele naar hernieuwbare energie
Afhankelijkheid
Sinds 1800 waren er drie periodes waarin de afhankelijkheid van energie uit het buitenland toenam. Eind 19e eeuw betrok Nederland steenkool vooral uit het buitenland. In 1906 werd de eerste Staatsmijn in Limburg geopend, waarna de afhankelijkheid afnam. Na de Tweede Wereldoorlog nam de afhankelijkheid van het buitenland weer toe door toename van ingevoerde aardolie. Door aardgaswinning nam die afhankelijkheid af tot ongeveer 45%. Door het verminderen van de aardgaswinning in Groningen (vanaf 2015) is er weer veel meer aardgas ingevoerd. In 2022 was de afhankelijkheid opgelopen tot 77%.
Energiebesparing
De oliecrisis van 1973 en de aandacht voor eindige reserves gaf aanleiding om beleid te ontwikkelen dat was gericht op energiebesparing. Daardoor is met name in woningen en de transportsector het specifieke energieverbruik sinds 1973 sterk afgenomen. In 2022 was het verbruik per motorvoertuig gedaald tot 50% van het verbruik in 1973 en bij woningen 32%. Ook de dienstensector en de industrie zijn efficiënter in de omgang met energie geworden. De landbouw is een uitzondering: de glastuinbouw is veel energie-intensiever per oppervlakte kas geworden. In 2019 was sprake van een verdubbeling in het energieverbruik per m2 glas ten opzichte van 1973. Gebouwde omgeving Transport Industrie Landbouw