De energietransitie omvat veel beslissingen: het gaat over de adoptie van technologieën, over gewoontegedrag, over energiegebruik in de gebouwde omgeving, maar ook over de publieke perceptie van technologieën, over de ontwikkeling van infrastructuur en over ontwikkelingen in het buitenland. Beslissingen worden genomen op verschillende niveaus: door individuen en huishoudens, maar ook door bedrijven, commerciële partijen, netbeheerders en overheden. En die werken op hun beurt weer op meerdere niveaus: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal.
Het begrijpen van gedrag van individuen, groepen individuen, bedrijven en andere belanghebbenden is onmogelijk zonder te kijken naar de systemen waar ze onderdeel van uitmaken. En het begrijpen van systeemverandering is onmogelijk zonder het gedrag van die belanghebbenden te begrijpen.
Gedragstheorie in modellen
Om (beleids)beslissingen te nemen voor de energietransitie is ondersteuning nodig die recht doet aan de complexiteit van transitieprocessen. Er is gedragstheorie beschikbaar om het gedrag van meerdere stakeholders tijdens de energietransitie te verklaren en daarop te kunnen anticiperen. De uitdaging is om elementen uit de gedragstheorie te verbinden met de kaders voor de energietransitie die worden gebruikt om empirische gegevens te verzamelen en simulatiemodellen te ontwikkelen, om zo inzichten in emergent gedrag te verbeteren. Met innovaties in de modelleringsmethoden en beleidsontwerpen kan dit spanningsveld beter in balans komen en beslissingsondersteuning effectiever worden.
Energiescenario's en energiemodellen
Narratieven voor de energietransitie
Beleid gericht op gedragsverandering is traditioneel gericht op het veranderen van routines en gewoontes van individuele partijen in de samenleving. Maar de energietransitie ontvouwt zich in de interacties tussen stakeholders, waarbij nieuwe verhalen ontstaan en als gevolg daarvan nieuw (adaptief) gedrag zal ontstaan. Beleid zou zich daarom meer moeten richten op de onderlinge verbanden tussen de verschillende spelers, waaronder organisaties, groepen individuen en individuen zelf. Beleid moet gericht zijn op het versterken van sociale netwerken door de introductie van nieuwe verhalen (‘narratieven’) die zijn afgeleid van het beleid.
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar welke narratieven er ontwikkeld moeten worden om de energietransitie te versnellen. Dit hangt onder andere samen met de specifieke thema’s die van belang zijn voor de verschillende gemeenschappen, organisaties en groepen van individuen in de samenleving.
Dit is onderdeel van de kennisbank systeemintegratie van de Topsector Energie.