Anders consumeren om klimaatdoelen te halen
Een verkenning van manieren om het systeem te veranderen en hoe iedereen daaraan kan bijdragen
Om de energietransitie tot een succes te maken moeten we niet alleen overstappen op duurzame energie, maar ook minder energie gaan verbruiken. Een manier om minder energie te gebruiken is door onze consumptiepatronen te veranderen. Dat is echter niet makkelijk: er is een systeemverandering voor nodig, zodat onze sociale en fysieke omgeving veel meer uitnodigt tot anders consumeren.
In dit paper is gekeken hoe we via kleine stappen het huidige systeem kunnen veranderen naar een duurzamer systeem. Er zijn vier aangrijpingspunten verkend en benoemd welke acties mensen vanuit verschillende rollen in gang kunnen zetten.
Downloads
Anders consumeren om klimaatdoelen te halen (PDF)Veel kleine stappen maken systeemveranderingen mogelijk
Terwijl er hard wordt gewerkt aan het overschakelen op duurzame energie, is er ook steeds meer aandacht voor consumptieverandering. Zo is hier veel aandacht voor in het laatste IPCC-rapport en verscheen het boek “Er is leven na de groei”. Consumptievermindering is een optie met een groot potentieel om klimaatverandering te beperken: volgens het IPCC kan het, samen met het overschakelen op efficiëntere apparaten, helpen de broeikasgasemissies met wel 40 tot 70% te verminderen.
Vanuit eerder onderzoek weten we dat alleen bewustwording over de CO2-uitstoot die we veroorzaken niet zorgt voor ander gedrag. Onderstaande aangrijpingspunten kunnen zorgen voor échte consumptievermindering:
- Voorbeeldgedrag: het creëren van een duurzame sociale omgeving en een markt,
- Beprijzing: het invoeren van een progressieve CO2-belasting,
- Burgerparticipatie: burgers, toekomstige generaties en de natuur een stem geven,
- Paradigmaverandering: bijdragen aan een paradigmaverandering, aan hoe we denken en praten over consumptie.
Alle aangrijpingspunten kunnen leiden tot (systeem)veranderingen die duurzaam gedrag makkelijker maken. Bepaalde aangrijpingspunten, zoals voorbeeldgedrag, zijn eenvoudiger te realiseren door een individu, maar hebben minder effect op verandering van het systeem. Grotere aangrijpingspunten, zoals een paradigmaverandering, zijn moeilijker te realiseren, maar als die eenmaal in gang gezet zijn, hebben ze een groter effect op verandering van het systeem. In het rapport is een tabel opgenomen met toelichting, beperkingen en mogelijke tegenwerkende krachten.
Wie zet de eerste stap richting anders consumeren?
Voor consumptievermindering en -verandering is iedereen aan zet: bedrijven, de overheid èn
Individuen. De overheid kan ingrijpender beleid voeren, burgers kunnen om dit beleid vragen en een rolmodel zijn voor hun omgeving, bedrijven kunnen duurzame verdienmodellen mogelijk maken. Zodra een partij beweegt, zal er ruimte ontstaan voor een andere partij om te bewegen.
Individuen kunnen op veel verschillende manieren de verandering van het systeem in beweging brengen
Hoe werkt het? Hoe leidt dit tot verandering? | Wat zijn mogelijke beperkingen? | Wat zijn mogelijke tegenwerkende krachten? | |
Voorbeeldgedrag | Als mensen anders en minder gaan consumeren en dat laten zien, zullen grotere groepen individuen dat ook gaan doen. Zo komt een positieve spiraal op gang. Ook de markt zal reageren en het aanbod van duurzame diensten zal groeien, waardoor minder consumeren eenvoudiger wordt. | Iets niet of minder doen is vaak lastig zichtbaar te maken. Groepen in de samenleving staan minder met elkaar in contact wat het op gang komen van de positieve spiraal moeilijker maakt. Geld dat mensen besparen door minder te consumeren, geven ze uit aan andere mogelijk niet-duurzame producten of diensten (rebound-effect). | Mensen worden veel aan reclame blootgesteld die juist gericht is op meer consumeren. Onder andere hierdoor is het voor mensen moeilijk om als een van de eerste minder te gaan consumeren. Naast voorbeeldgedrag zijn ook de andere aangrijpingspunten (2 t/m 4) nodig om anders en minder consumeren makkelijker maken. |
Beprijzing | Met een progressieve CO2-belasting op energie, producten en diensten kan de consumptie worden veranderd, worden mensen die via hun levensstijl meer CO2-uitstoten ook zwaarder belast en kunnen financieel minder draagkrachtigen worden ontzien. Naarmate mensen meer consumeren betalen ze meer belasting. | Beprijzen leidt niet bij alle producten en diensten echt tot minder consumptie, bijvoorbeeld wanneer er geen alternatief is. De stijgende kosten kunnen voor financieel minder draagkrachtigen alsnog problematisch worden. De praktische uitvoerbaarheid van een progressieve belasting op vervuilende producten en diensten is een uitdaging, omdat het lastig is de consumptie van alle producten en diensten bij te houden. | CO2– heffingen zijn gevoelig voor maatschappelijke en politieke druk: er kunnen redenen zijn om de prijs laag te houden. |
Burger-participatie | Door burgers meer te betrekken bij klimaatbeleid | Het betrekken van burgers en rekening houden met natuur en toekomstige generaties kost tijd en kan vertragend werken. | Burgerberaden willen een mate van invloed, maar dat botst soms met de representatieve politiek. Ook de belangenbehartiging van o.a. huidige marktpartijen kan invloed proberen uit te oefenen op burgerberaden |
Paradigma-verandering | De verandering naar een nieuwe manier van kijken naar de economie en de rol van consumptie zorgt voor fysieke en sociale omstandigheden die het mogelijk maken voor individuen om minder te consumeren. | Alternatieven voor het huidige politiek-economische paradigma, waarin groei van productie centraal staat, zijn nog onvoldoende uitgewerkt. Dit maakt het moeilijker het huidige paradigma, dat sterk in de maatschappij is verankerd, te veranderen. | Partijen die belang hebben bij het huidige politiek-economisch paradigma hebben vaak middelen om het systeem in stand te houden. |
Wat houdt consumptieverandering in?
Als we spreken over consumptieverandering, bedoelen we het verminderen van het energieverbruik en CO2-uitstoot door minder en anders te consumeren. Dat kan op drie manieren:
- Efficiënter: Een dienst of product vervangen door een CO2-armer alternatief. Bijvoorbeeld een elektrische auto in plaats van een benzineauto.
- Anders: De behoefte aan een dienst of product invullen op een andere, duurzamere manier. Bijvoorbeeld op vakantie met de trein in plaats van het vliegtuig.
- Minder: Minder afnemen van een product of dienst. Bijvoorbeeld minder spullen kopen.
Gerelateerde onderwerpen
- Energiebeleid en klimaatbeleid
- Regionale en lokale energietransitie
- Draagvlak voor klimaatbeleid
- Participatie
- Gebouwde omgeving