De sterk gestegen energieprijzen hollen de koopkracht van veel huishoudens uit, met name de huishoudens die te maken hebben met energiearmoede. Het kabinet voert daarom forse koopkrachtreparaties door, die vooral gericht zij op het dempen van energiekosten (onder andere via compensatie middels lagere BTW en energiebelasting & een prijsplafond) en het verhogen van het minimumloon (NB verhoging van minimumloon heeft ook andere redenen dan alleen gestegen energiekosten). Deze strategie is begrijpelijk, zeker voor de korte termijn, maar draagt ook het risico in zich dat energiearmoede vooral wordt gezien als een vorm van inkomensarmoede en energiearmoedebeleid als een onderdeel van inkomenspolitiek of sociaal beleid. In de kern is energiearmoede echter niet een probleem van hoge energieprijzen maar eerder van de ondermaatse energetische kwaliteit van veel huizen – huishoudens met een laag inkomen in goed geïsoleerde huizen hebben immers nauwelijks of geen last van een onbetaalbare energierekening.

“In de kern is energiearmoede niet een probleem van hoge energieprijzen maar eerder van de ondermaatse energetische kwaliteit van veel huizen.”

Peter Mulder

Effectief energiearmoede beleid kent daarom tenminste vier elementen:

Doelen stellen voor het reduceren van energiearmoede

Ten eerste zou het zinvol zijn om doelen te stellen voor het reduceren van energiearmoede, bijvoorbeeld “0% energiearmoede per 2030” – vergelijkbaar met de SDG doelen. Een doel geeft richting aan beleid en meet de effectiviteit van beleid. De doelen kunnen geformuleerd worden op verschillende aggregatieniveaus: zowel landelijk als op het niveau van provincies, gemeenten en zelfs wijken. Het wijkniveau is van belang omdat het zinvol lijkt om energiearmoede doelen onderdeel te maken van prestatie afspraken met woningcorporaties omdat daarmee de combinatie van lage inkomens en een slechte energetische staat van woningen richting geeft aan renovatie en verduurzamingsopgaven. Bovendien geeft dit inzicht in de verschillen voor wat betreft de mate waarin corporaties te maken hebben met energiearmoede problematiek én de mate waarin ze effectief zijn in het bestrijden ervan middels het verbeteren van de kwaliteit van hun woningbestand.

Gerichte compensatiemaatregelen

Ten tweede: Probeer compensatie maatregelen te (her)ontwerpen die zoveel als mogelijk gericht i.p.v. generiek zijn: effectief energiearmoede beleid betekent dat de bulk van het compensatiebudget terecht komt bij huishoudens onder de energiearmoede grens. Bijvoorbeeld, als energiemaatschappijen de beschikking krijgen over informatie aangaande de energiekwaliteit- en inkomensklasse van hun klanten – denk aan een energielabel en een ‘inkomenslabel’ – dan kunnen zij de energierekening van huishoudens met een laag inkomen in een slecht geïsoleerde woning gericht compenseren.

Van compenseren naar renoveren

Ten derde: Verleg ondertussen het accent van compenseren naar renoveren. Energiearmoede is in de kern een symptoom is van langzame diffusie van duurzame technologieën – met als gevolg dat er nog steeds slecht geïsoleerde huizen bestaan. En dus is het wegnemen van barrières voor investeren in duurzame technologie, zoals woningisolatie, cruciaal. Met de huidige hoge energieprijzen loont het in de meeste gevallen om een huis te verduurzamen tot label B. Echter, de meeste huishoudens in energiearmoede kunnen niet zelf hun situatie verbeteren: 75% van hen woont in een woning van een woningcorporatie, 12% is afhankelijk van een private verhuurder, en 13% is weliswaar eigenaar, maar heeft onvoldoende financieel kapitaal om te investeren. Extra subsidies voor verduurzaming door huiseigenaren is dus nauwelijks behulpzaam bij het slechten van barrières voor energiearme huishoudens. Ander beleid is hier nodig.

Industrialiseer woningverduurzaming

Tenslotte: Industrialiseer de woningverduurzaming met als kernbegrippen: opschalen, standaardiseren, innoveren en prioriteren. Door middel van een contingenten aanpak kunnen we woningen clusteren die zo op elkaar lijken dat er dezelfde technische oplossingen kunnen worden toegepast. Formuleer en handhaaf strengere normen voor de energiekwaliteit van bestaande woningen (zoals ze nu het geval is voor nieuwbouw). Organiseer een integrale aanpak van grootschalige verduurzaming door woningcorporaties, energiemaatschappijen, bouw- en installatiebedrijven en banken. Creëer op deze manier een effectief innovatie­systeem, dat vanuit de rijksoverheid wordt ondersteund met regie, financiële rugdekking en de stabiliteit van lange termijn doelen.

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de laatste updates op Energy.nl?

Nieuwsbrief(Vereist)
Meer informatie